Israel is een land dat een belangrijke rol speelt in de Bijbel. Het is het land waar de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob woonden en waar Mozes de Tien Geboden ontving. Het is ook het land waar Jezus Christus werd geboren en waar veel van zijn wonderen en prediking plaatsvonden. In dit artikel zullen we de Bijbelse geschiedenis van Israel onderzoeken en hoe het land een belangrijke rol speelt in de Bijbel.
De Aartsvaders en de Belofte van het Land
De geschiedenis van Israel begint met de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob. God beloofde aan Abraham dat hij een groot volk zou worden en dat zijn nakomelingen het land zouden bezitten dat God aan hem had beloofd. Deze belofte werd doorgegeven aan Isaak en Jakob, en uiteindelijk aan de twaalf zonen van Jakob, die de stamvaders werden van de twaalf stammen van Israel.
Deze belofte van het land was niet alleen een materiële belofte, maar ook een geestelijke belofte. God beloofde dat hij een verbond met zijn volk zou sluiten en dat hij hun God zou zijn. Dit verbond werd bekrachtigd door de wetten en voorschriften die God aan Mozes gaf op de berg Sinaï.
De Verovering van het Land
Na de uittocht uit Egypte onder leiding van Mozes, begon het volk Israel aan de verovering van het land dat God aan hen had beloofd. Onder leiding van Jozua veroverden ze Jericho en andere steden in het land. Het duurde echter vele jaren voordat het hele land onder controle was van de twaalf stammen van Israel.
De verovering van het land was niet zonder strijd en bloedvergieten. De Kanaänitische volken die in het land woonden, werden door God veroordeeld vanwege hun afgoderij en immoraliteit. God gebruikte Israel als zijn instrument om zijn oordeel over deze volken uit te voeren.
De Koninkrijken van Israel en Juda
Na de verovering van het land werd Israel geregeerd door rechters, totdat het volk vroeg om een koning. God gaf toe aan hun verzoek en Saul werd de eerste koning van Israel. Na Saul regeerden David en Salomo over Israel, en onder hun leiding werd het land een machtig koninkrijk.
Na de dood van Salomo werd het koninkrijk verdeeld in twee delen: het noordelijke koninkrijk Israel en het zuidelijke koninkrijk Juda. Beide koninkrijken hadden hun eigen koningen en hun eigen problemen. Het noordelijke koninkrijk werd uiteindelijk veroverd door de Assyriërs en het zuidelijke koninkrijk door de Babyloniërs. Dit leidde tot de ballingschap van het volk Israel in Babylon.
De Terugkeer uit de Ballingschap
Na zeventig jaar ballingschap in Babylon keerde een deel van het volk Israel terug naar het land. Onder leiding van Ezra en Nehemia werd de tempel herbouwd en werden de muren van Jeruzalem hersteld. Het volk Israel begon opnieuw te leven in het land dat God aan hen had beloofd.
De Komst van Jezus Christus
De geschiedenis van Israel in de Bijbel eindigt niet met de terugkeer uit de ballingschap. Het land speelt ook een belangrijke rol in het Nieuwe Testament, met name in de komst van Jezus Christus. Jezus werd geboren in Bethlehem, groeide op in Nazareth en verrichtte veel van zijn wonderen en prediking in Galilea en Jeruzalem.
De dood en opstanding van Jezus Christus vormen het hoogtepunt van de geschiedenis van Israel in de Bijbel. Door zijn dood en opstanding maakte Jezus het mogelijk voor mensen van alle volken om deel te hebben aan de belofte van het verbond dat God met zijn volk had gesloten.
Conclusie
De geschiedenis van Israel in de Bijbel is een verhaal van Gods trouw aan zijn volk en zijn belofte om hen te zegenen en te beschermen. Het land speelt een belangrijke rol in deze geschiedenis, als het land dat God aan zijn volk had beloofd en als het land waar Jezus Christus werd geboren en zijn werk verrichtte.
De geschiedenis van Israel in de Bijbel is ook een waarschuwing voor ons om trouw te blijven aan God en zijn geboden. Het volk Israel viel vaak af van God en werd gestraft voor hun zonden. Laten we daarom ons best doen om trouw te blijven aan God en zijn wil te doen, zodat we de zegen van zijn belofte kunnen ontvangen.
